maandag 6 juli 2009
Absolutie
Na Sarria kun je een ticket voor de hemel verdienen. De 112 km is een noodvoorziening voor diegenen die de tocht om wat voor reden dan ook niet op een ander punt aan kunnen vangen als Roncesvalles, Burgos en Leon. De populatie pelgrims moet na Ponferrada zijn verdrievoudigd. Na twee uur is het onmogelijk een felbegeerd bed te bemachtigen. Gelukkig heb ik daar geen last van met dagelijkse routine, vroeg opstaan en een lage frequentie pauzes, maar vooral families met kinderen vissen dan achter het net. Het is de harde werkelijkheid van deze laatste dagen voor Santiago. Vanochtend was ik wat verward, ik was de eerste die in de aubergue ontwaakte en ik bereidde mijn tas voor in de tuin. Op het pleintje voor Meson de Tapas waar we gisteren de paëlla met calamares gegeten hadden wachtte ik op Ilari, maar die bleek later nog op bed te liggen. Van Ali die haar kleding oprolde hoorde ik dat hij 10 minuten eerder vertrokken was. Ik spoedde voorwaarts in het donker de Camino op. De eerste kilometers moest ik de groep van veertig inhalen en de weg voerde weer langs smalle weggetjes met leistenen muurtjes. Af en toe mooie vergezichten op de weiden, waar zwartwitte runderen kalmpjes graasden. Ondertussen al veel pelgrims op de weg, ik moet er na de groep zeker dertig hebben ingehaald, maar Ilari zat er niet tussen. Na ongeveer acht kilometer en even zoveel slaperige dorpjes met stro, honden, modder en kippen besloot ik weer onafhankelijk te zijn en te gokken op een ontmoeting in Portomarin. Vlak voor het dorpje Ferreiros, waar Phil poogde te overnachten gisteren, passeerde ik het 100 km paaltje. Een kritiek punt; meer beklad dan de grafsteen van Jim Morrisson. Voordat je Portomarin ingaat moet je eerst over een slingerende asfaltweg de knieën intensief testen. Beneden aangekomen kom je bij een groot stuwmeer waar vroeger het oorspronkelijke dorp lag. De mooie kerk van San Nicolas is destijds bij de aanleg gered en steen voor steen opnieuw opgebouwd. Het dorp is hooggelegen en aan de oostkant van het centrum stond de Xunta herberg, met goede recensie in de ANWB gids. Daar besloot ik te overnachten. Na 20 minuten in de rij kwam ik binnen. Het is er schoon, er is een keuken met twee borden en een fornuis. Eenvoudige douches, schone toiletten en comfortabele verende matrassen. ´s Middags zag ik dat Ilari me had geprobeerd te bellen. Hij bleek ook in Portomarin te zijn en we pikten samen een terrasje al pratende over stierenvechten, in de krant El Pais stond een torreador die eigenhandig zes stieren in de pan had gehakt. De vriendelijke Belg Jean-Louis uit Namur kwam ook langs voor een drankje. ´s Avonds alleen gegeten met een eenvoudige maaltijdsalade. Vanaf morgen nog drie nachtjes slapen voor Santiago....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Zet 'em op Boneaux de laatste paar dagen!
BeantwoordenVerwijderenOeh! nog heel eventjes.. zet m op, je bent er bijna!
BeantwoordenVerwijderen